Lichaamstaal is een van de meest benutte vormen van communicatie voor een hond. Binnen de soort wordt vooral gecommuniceerd met beeld- en lichaamstaal. Lichaamstaal is voor ons makkelijker te begrijpen dat beeldtaal. Daarom eerst iets over lichaamstaal.
Een hond die piepend en uitbundig kwispelt is voor iedereen wel te begrijpen. Ook de hond die met strammen poten en opgeheven staart en hoofd, een andere hond benaderd. Maar behalve voor ons herkenbare beelden gebeurt er veel meer tussen honden onderling. Een paar kleine voorbeelden: is het je weleens opgevallen dat je hond, rustig liggend in zijn mand, kop op de voorpoten, helemaal niet slaapt maar alle activiteiten feilloos volgt? Als je erop gaat letten, zul je zien dat de hond vaak aan onze houding kan aflezen of we wel of geen tijd voor hem hebben. Probeer maar eens zonder woorden, geen geluid, geen zichtbare kenmerken zoals de riem pakken. Alleen lichaamstaal. Je zult verstelt staan wat de hond afleest. Meer over lichaamstaal bij honden raad ik aan het boekje van turid rugaas of op internet te lezen ik wil graag jullie verder meenemen in beeldtaal waar nog niet veel over te vinden is.
Naast lichaamstaal maken honden, van nature, veel gebruik van beeldtaal. Sommige mensen noemen deze communicatievorm telepathie.
De voorouders van de hond jaagden met elkaar om aan voedsel te komen. Deze vorm van krachten bundelen was effectief, hierdoor kon met minder inspanning een grote prooi worden bemachtigd. De samenwerking tijdens de jacht tussen de groepsleden gebeurd doormiddel van beeldtaal. Zo kunnen ze op grote afstand alsnog met elkaar communiceren anders zouden ze zomaar iets doen tijdens de jacht.
Honden zijn net als alle andere samenwerkende zoogdieren, uitzonderlijk goed in staat om beelden op te vangen van groepsleden en daarna te handelen. Net zoals veel mensen beseffen dat ze met hun lichaam signalen overbrengen naar de hond, weten ze dat ze doormiddel.van hun gedachten beelden overbrengen naar de hond. Gelukkig voor zowel hond als mens, is de hond goed in staat om de ontvangst tijdelijk uit te zetten. Hij laat allerlei beeld en lichaamstaal niet tot zijn bewustzijn doordringen. Hij zou immers gek worden. Toch doe je je hond, en daarmee jezelf een plezier als je deze zintuigen weer activeert. Het verschil moet nu zijn dat de hond nu belang heeft bij het opvangen van de signalen. Voorheen ving de hond dus signalen op die nergens voor diende. Als hij bijvoorbeeld een boos beeld opving en vervolgens een aardig persoon zag. Dan was dat zo verwarrend dat hij zich zelf had geleerd om de beeld en lichaamstaal ontvangsten maar uit te schakelen. Zijn we nu in staat om de zintuigen die de hond het liefst gebruikt voor communicatie te benutten, dan doen we hem een groot plezier. Als we met de hond kunnen communiceren met gebruikmaking van de commicatiemiddelen die voor hem het makkelijkste zijn. Voor de hond zal het lijken of hij ineens, inplaats van Japans, zijn eigen taal weer mag gaan spreken.
Hoewel we de afgelopen eeuwen als mens vrij goed met onze hond hebben gecommuniceerd, moet ik in alle eerlijkheid vaststellen dat dit vooral gelukt is dankzij de grote inspanning van de hond. De hond is in staat geweest en bereid om zich aan te passen aan de menselijke communicatievorm: verbale communicatie.
Daarbij heeft de hond een aantal van zijn eigen communicatiemiddelen moeten uitschakelen om niet gehinderd te worden door ruis. Zo is de hond minder alert geworden op lichaamstaal en op beeldtaal. Terwijl daar juist zijn grote communicatie vermogen ligt. Als we deze twee communicatie vormen toevoegen aan het al bestaande dan kunnen we de hond tot grote steun kunnen zijn in zijn pogingen om te begrijpen wat de moderne mens van hem verwacht.
Veel gedragsproblemen zijn het gevolg van het feit dat de hond niet in staat is om de eigenaar of de wereld om hem heen te begrijpen. Het is voor de mens de moeite waard hondse vaardigheden aan te leren.