1. Ken en begrijp de taal van je hond
Je hond vertoont signalen van stress als hij zich onveilig voelt. Het is belangrijk dat je deze signalen herkent. Wanneer deze signalen toenemen zal ook de angst van je hond toenemen. Wanneer je de signalen van stress kent, kan je jouw hond op de juiste manier helpen en zo voorkomen dat de angst kan toenemen.
2. Creëer omstandigheden waar hevige emoties kunnen vermeden worden.
Er is niets mis met stress. De manier waarop jij en je hond met stress omgaan, kan positieve of negatieve gevolgen hebben. Een beetje onzekerheid of lichte angst is dus geen probleem. Als je je hond op de juiste manier ondersteunt, kan hij vertrouwen ontwikkelen en zal de angst weggaan. Maar wanneer je hond in omstandigheden terecht komt waar hij hevige emoties van angst ervaart, is dat schadelijk voor zijn welzijn. Het is daarom belangrijk dat jij weet welke situaties voor je hond oké zijn en weke te moeilijk zijn. Omstandigheden waar je hond hevige emoties kan ervaren dien je indien mogelijk te vermijden.
3. Neem een voorbeeldhouding aan.
Mensen en honden kunnen angst voor de angst hebben. Soms zijn hondeneigenaren angstig omdat ze bang zijn dat hun hond angst zal hebben. Daardoor zal het gedrag van de hondeneigenaar door de hond als onveilig worden ervaren en wordt hij ook angstig. Het is goed om jezelf te oefenen om, ondanks je zelf wat stress of angst ervaart, vertrouwd te worden met dat gevoel. Jouw vertrouwen zal door je hond opgemerkt worden waardoor hijzelf ook meer vertrouwen kan ontwikkelen en zijn angst kan afnemen.
4. Ondersteun je hond als hij erom vraagt.
Je hond verwacht van jou dat je aanwezig voor hem bent. Je hond wilt niet dat je hem helpt als hij er niet om vraagt. Het best kan je je angstige hond helpen door met je lichaamstaal aan te geven dat je:
1. Niet angstig bent.
2. Het oké vindt dat hij angstig is.
3. Dat je hem zal helpen als hij het nodig heeft.
Je kunt merken dat je hond jouw steun nodig heeft als hij naar je kijkt, bij je komt en zich tegen jou aandrukt of tegen je opspringt.
5. Help je hond onmiddellijk wanneer hij in paniek is.
Als je merkt dat je hond in paniek is, dien je natuurlijk niet te wachten om hem te helpen tot hij om steun vraagt. Dan dien je onmiddellijk in te grijpen. Paniek kan je herkennen als je hond wilt wegvluchten, luid piept, en doelloos gedrag vertoont.
6. Forceer je hond nooit.
Soms willen hondeneigenaren dat hun hond niet angstig is en gaan hem bewust blootstellen aan situaties die veel te moeilijk voor hem zijn. Daardoor bestaat de kans dat je hond zich door jou geforceerd voelt en het vertrouwen in jou verliest of niet kan ontwikkelen. Daardoor zal de angst uiteindelijk toenemen.
Emoties kan je niet rationaliseren
Het helpt niet om tegen iemand te zeggen dat hij of zij niet angstig hoeft te zijn voor spinnen. Het helpt ook niet om je hond te proberen te overtuigen dat hij niet angstig hoeft te zijn voor mensen of andere voor hem beangstigende prikkels.
7. Geef je hond de controle over de situatie.
Je hond is in staat om vertrouwd te worden met situaties die op heden beangstigend voor hem zijn, op voorwaarde dat hij er zelf de controle over kan hebben. Wanneer je hond weet dat hij zichzelf in veiligheid kan houden door afstand te houden van iets wat hem bang maakt, zal hij zelfvertrouwen ontwikkelen. Vervolgens zal hij nieuwsgierig worden en zelf op onderzoek uitgaan. Angst zal transformeren in vertrouwen.
8. Laat je hond geleidelijk aan de angst veroorzakende omstandigheden wennen.
Onder begeleiding kan je je hond geleidelijk laten wennen aan dagdagelijkse dingen zoals een stofzuiger of grasmaaier. Je angstige hond kan vertrouwen ontwikkelen in het meerijden met de auto, enz. Ook bezoekers kan je hond geleidelijk aan veilig leren vinden. De oefening bestaat eruit om ervoor te zorgen dat de hond op zijn eigen tempo vertrouwen kan ontwikkelen. Meestal is er professionele ondersteuning nodig zodat je kan leren om jouw angstige hond op de juiste manier te begeleiden.
9. Leid je hond niet af wanneer hij angstig is.
Je hond afleiden met snoepjes of speeltjes wanneer hij angstig is, houd grote risico’s in. Wanneer je hond een sterke motivatie heeft in voeding of spel, kunnen de angstgevoelens erdoor onderdrukt worden. Het lijkt dan dat je hond minder angstig is. Dat klopt niet! Je hond is nog steeds even angstig maar voelt de angstemoties niet omdat ze worden onderdrukt door andere gevoelens. Het resultaat is dat de onderliggende angst kan toenemen en het welzijn van je hond in gevaar kan komen.
10. Bij chronische angst kan je contact opnemen met jouw dierenarts.
Soms lijden honden doordat ze voortdurend hevige angsten ervaren. De omstandigheden waarin je hond zich bevindt kunnen te moeilijk voor hem zijn. Als hij geen uitweg heeft, ontstaat er chronische angst. Het welzijn van je hond is dan ernstig in gevaar. Er kunnen extra gedragsproblemen ontstaan en je hond kan zelfs echt ziek worden. Daarom is het belangrijk om samen te werken met een professioneel hondengedragsbegeleider. Hij of zij heeft inzicht in het welzijn van je hond en zal jou en je hond naar een dierenart doorverwijzen als dat nodig blijkt.